top of page
Foto van schrijverSaffraan Reizen

Bij het klooster van Ongiin Khiid

Bijgewerkt op: 14 feb. 2022

Tijdens onze jubileumrondreis door Mongolië bezochten we onder andere ook het klooster van Ongiin Khiid.



Het is bijna idyllisch aan de rivier de Ongie; kikkers kwaken en geitenkuddes trekken traag voorbij. Koeien staan rustig te grazen aan de oever alsof het hier nooit anders is geweest. De rust en ontspanning is in schril contrast met de levendige sfeer die hier moet hebben geheerst toen duizend monniken hier hun religie beleefden. Ongiin Khiid was sinds 1806 het grootste Boeddhistische complex van Mongolië.


Na uitvoerig spiritueel onderzoek werd Ongiin Khiid energetisch gezien tot beste plek gekozen voor het bouwen van de kloosters. We hebben het over de periode rond 1760 na Chr. Beide kloosters werden gescheiden door de rivier de Ongie. Aan de noordkant waren dertien kloosters en aan de zuidkant negen.


De Mongoolse leider Choibalsan was in de leer geweest bij de bolsjewieken. Godsdienst was opium voor het volk en ondermijnde naar zijn idee de nobelere communistische uitgangspunten. Kortom, het Boeddhisme moest worden uitgeroeid. In 1937 werden daarom honderden Boeddhistische tempels en kloosters vernield en een groot deel van de geestelijken, meer dan 27.000, werd vermoord. Eigenlijk werden alleen de hogepriesters vermoord. De geestelijken die lager in rang waren bleven leven maar werden ingezet in het leger. Mongolië bestond destijds uit 500.000 inwoners. Meer dan de helft van de mannen was praktiserend monnik, dus er bleven niet veel mannen over voor het leger. Met deze ingreep probeerde men het leger weer op peil te krijgen.


Na de gewelddadige invasie van de regering bleef er van de kloosters in Ongiin Khidd niet veel over. De restanten zijn ruïnes die we vandaag gaan bekijken.



We lopen door de inmiddels droge rivierbedding naar de kloosters. Van de bebouwing aan de zuidkant staan nog een paar gedeeltes van de pijlers van een brug overeind die de noord- en zuidoever met elkaar verbond. We kunnen niet echt dichtbij gaan kijken want er woont nu een geitenboer die zijn ger hier heeft opgezet en zijn erf wordt bewaakt door een gevaarlijke hond.

We gaan daarom wat uitgebreider aan de noordkant kijken. De gammele houten uitkijkpost geeft ons goed zicht over het terrein. De oorspronkelijke bouwstructuur is nog goed te zien, evenals de manier waarop de lemen bouwstenen zijn opgestapeld tot muren. Het grootste deel van de gebouwen is tegen een helling aangebouwd. Aan het aantal restanten te zien blijkt dat het inderdaad een grote gemeenschap moet zijn geweest. Die duizend monniken hadden ruimte nodig om te wonen, te werken, te leren, te eten en vooral te bidden. Het klooster ligt middenin de Gobi, het heetste gebied van Mongolië. Het verhaal gaat dat de monniken tijdens het reciteren heel dicht bij elkaar gingen zitten. Bij het uitspreken van de mantra’s zorgde hun adem voor verkoeling voor degene die naast hen zat. Zo zongen ze elkaar de koelte als het ware toe.




Inmiddels zijn er nieuwe monniken die het terrein ‘beheren’: er is een nieuwe tempel gebouwd en er staat een aantal nieuwe stupa's. De nieuwe tempel straalt een intieme sfeer uit. Boeddhabeelden, gebedsboeken, talloze attributen voor de ceremonies en heel veel lappen vormen een kleurig authentiek geheel. De schoteltjes met netjes gestapelde yakmelk-koekjes en hier en daar een bonbon laten een vertederende devotie zien.



De oude, vervallen stupa’s op het terrein worden nog steeds geëerd met de bekende blauwe gebedsvlaggen. Voor de pure verering maakt het niet uit of een heilig beeld in ver verruïneerde staat is of niet. Toch staan er inmiddels ook een paar nieuwe stupa’s tussen de vervallen gebouwen. Op de zijkanten staat een aantal namen van priesters die destijds zijn vermoord. Nu de strengheid van het regime grotendeels is verdwenen voelen familieleden van de vermoorde priesters zich vrij om hun familieleden openlijk te gedenken. Als herinnering worden hun namen door de nabestaanden in de stupa’s gegraveerd.


Bij de uitgang van het terrein staat een nogal kitscherige kleurige ingangspoort. En uiteraard staan er een paar gers naast die zijn omgetoverd tot souvenirshops. ‘Antiquities and art’ staat op de ger. Even kijken kan geen kwaad. Naast de gebruikelijk stenen en fossielen uit de Gobi zijn er talloze Boeddhistische gebedsvoorwerpen te koop. Klankschalen, pijpen, godenbeeldjes en andere religieuze voorwerpen, maar ook opvallend veel oude persoonlijke gebruiksvoorwerpen. Er lagen zelfs brillen tussen. Mij bekroop een naargeestig gevoel dat veel van deze spullen uit de kloosters kwamen en ooit eigendom waren van de vermoorde priesters en andere geestelijken. Ik heb de ‘Antiquities en Art’ ger snel verlaten want naar mijn idee kleefde er bloed aan deze handel. Ik ben een kaarsje gaan aansteken in de nieuwe tempel. Ter nagedachtenis aan deze tragische geschiedenis.


©Dionne Delnoy

05-07-2018


Wil jij ook een reis maken naar Mongolië? Bekijk dan hier onze rondreizen.

124 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments


bottom of page