Formeel staat Mongolië te boek als ‘n boeddhistisch land. Als je echter in Mongolië reist en met mensen in gesprek bent merk je dat naast het boeddhisme ook het sjamanisme alom vertegenwoordigd is.
De sjamanen worden ook wel ‘people of the blue sky’ genoemd, mensen van de blauwe hemel. Dat refereert naar het verband dat er bestaat tussen het leven op aarde en het leven van de geesten en voorouders in de eeuwige blauwe hemel.
Het sjamanisme staat dicht bij de natuur. Alles om je heen, zowel mensen als planten en dieren, maar ook rotsen en stenen hebben een ziel. Je wordt dan ook geacht hier zorgvuldig mee om te gaan. De sjamanen zijn in contact met de ‘blue sky’ via hun dagelijkse gebruiken en rituelen. Zo staan er overal in het land ‘ovoo’s’. Dat zijn hopen stenen met in het midden een hoge paal waaraan blauwe ‘hemelse’ gebedslappen hangen (foto). Rond deze plekken zijn de ‘spirits’, de geesten en voorouders, aanwezig. Kom je onderweg een ovoo tegen dan stop je even en begroet je de geesten, doet een offer (een steen, melk, water, wodka, geld of iets dergelijks) en loopt één tot drie rondjes met de klok mee om de ovoo. Soms liggen er ook paardenschedels. Dan heeft een Mongoliër een speciaal verzoek gedaan dat te maken heeft met zijn kudde paarden. Of er ligt een stapel autobanden op, dit symboliseert de dankbaarheid voor een behouden reis. We konden tijdens de reis natuurlijk niet bij iedere ovoo stoppen. De chauffeur reed er dan snel een rondje omheen. Wel startend vanaf de linkerkant natuurlijk …..
Ook in het sjamanisme bestaat er een hiërarchie maar er is één groep sjamanen die een hoog aanzien hebben en dat zijn de genezers. Deze sjamanen zijn uitermate bedreven in het contact maken met de 'hogere – geesteswereld'. Zij worden geconsulteerd voor raad, ondersteuning bij ziekte, en worden beschouwd als professionele genezers. Natuurlijk zitten er ook kwakzalvers tussen maar een aantal van hen staat bekend als zeer deskundig en is zelfs beroemd in Mongolië en ver daarbuiten. Zo is er een roman en een film ‘De paardenjongen’* over een gezin dat een tocht door Mongolië aangaat om een sjamaan-genezer te vinden die bij het rendiervolk de Dukha in noordwest Mongolië woont, vlakbij de Russische grens. Ze willen hem raadplegen in verband met het authisme van hun kind. Bij een ‘consult’ komt het er kort gezegd op neer dat de sjamaan in trance gaat en dan in contact treedt met de 'hogere wereld' en terug op aarde komt met een mogelijke oplossing voor je probleem. De sjamaan kan niet zomaar overal en altijd in trance gaan. Er moet worden gewacht op een geschikt moment. Om in trance te gaan wordt de sjamaan begeleid door dans en trommelgeroffel (zie foto's ). Dan is het afwachten of er contact ontstaat met de geesten in de 'hogere wereld'. Vlak voordat wij Mongolië bezochten hoorden we dat de beroemde sjamaan-genezer ‘Goste’ uit het boek ‘De paardenjongen’ was overleden. Een heel groot verlies voor de Dukhagemeenschap en eigenlijk voor heel Mongolië. Wie hem gaat opvolgen is nog niet bekend.
Het gebied waar de Dukha wonen is een onherbergzaam gebied dat alleen te paard of per rendier te bereiken is. De Dukha is een herdersvolk en heeft een nomadisch bestaan. Daar waar gras is voor de rendieren wonen zij. Ze leven van wat de natuur en de rendieren hen geven zoals melk, kaas, yoghurt en leer. De rendieren horen bij de familie en ze zullen dan ook zelden worden gedood om op te eten. De herders hebben een zwaar bestaan, vooral in de winters die lang duren en zeer koud zijn. Ze wonen in tenten maar deze zijn niet rond zoals de gers elders in Mongolië. Ze zijn heel hoog en lopen spits toe naar boven. Ze doen eigenlijk meer denken aan ‘tipi’s’.
Helaas is de Dukha stam een uitstervende stam. Naar verluid zijn er nog 250 traditioneel levende stamleden. Jongeren verkiezen steeds vaker een ander bestaan dan het herdersbestaan ook al geloven ze zo nog zo heilig in de natuur. De Dukha spreken tegenwoordig ook jonge vrouwen aan van buiten de stam en proberen hen te overreden in hun gebied te komen wonen. Onze jonge vrouwelijke gids Taghi bezoekt het gebied regelmatig (zie foto). Ze heeft groot respect voor de stam, hun leefwijze en hun kennis ten aanzien van de natuur en de ‘Blue Sky’. Toch gaf ze onlangs aan dat ze een tijdje liever niet meer naar het gebied gaat want ze wordt (te) regelmatig gevraagd in de stam te blijven. Ondanks haar respect voor de stam heeft ze het aanzoek geweigerd omdat ze haar leven als gids en inwoner van Ulaanbaatar niet wil opgeven. We begrijpen haar dilemma maar zijn stiekem blij dat ze voor haar bestaan als gids heeft gekozen. Zo kunnen wij gebruik blijven maken van haar gids-talenten tijdens onze reizen.
* ‘De paardenjongen’ waarnaar wordt gerefereerd is een boek van Rupert Isaacson, 2009 Bezige Bij, Amsterdam.
©Dionne Delnoy
10-09-2018
Comments