Voorafgaand aan het in elkaar zetten van een reis in een nieuwe bestemming, gaan we het desbetreffende land natuurlijk eerst zelf bekijken. Lees hier over de verrassende eerste ontmoeting met Palestina.
Maandag 4 april Aankomst in Tel Aviv
M’n vlucht naar Tel Aviv vertrok heel vroeg in de ochtend en aangezien het maar zo’n 4 uurtjes vliegen is, had ik nog ’n groot deel van de dag voor me. Ik popelde om deze nieuwe bestemming te ontdekken.
Mijn eerste kennismaking met Israël was niet zo aangenaam ... De vrouwelijke douane-beambte had een zeer onvriendelijke uitstraling en nadat ze me had onderworpen aan een spervuur van vragen stuurde ze me naar de wachtkamer. Ik had al vaker gehoord dat het niet vanzelfsprekend was dat je Israël zomaar binnenkwam dus dit was geen grote verrassing en ik zat ook niet bepaald alleen in de wachtkamer. Na twee uur en nog drie keer ondervraagd te zijn door diverse mensen (één aardige vrouw, één onbeschoft meisje en één niet zo’n heel vriendelijke man) kreeg ik mijn paspoort terug en mocht ik zowaar het beloofde land in. Het duurde minstens anderhalf uur voordat de ‘sherut’ (deeltaxi) vol was en we konden vertrekken naar Jeruzalem. Naast me zat een man van Palestijnse oorsprong die ik in de wachtruimte had gezien. Hij was er veel eerder dan ik in beland en kwam er later uit. Hij was er nog van in de war. Geboren in Irak, woonde hij nu al zeven jaar in Zweden en hij ging nu voor het eerst van zijn leven familie in Palestina opzoeken. Achter ons twee jonge orthodoxe joden compleet met pijpenkrullen. Eentje zat onophoudelijk hardop te bidden, de ander had het druk met een spelletje op zijn mobiel. Verder wat toeristen en mensen die waren wezen shoppen in Tel Aviv. Het spitsuur was inmiddels aangebroken en het duurde lang voordat ik op de plaats van bestemming was, maar toen het eenmaal zo ver was, voelde ik me meteen thuis. Het voor mij geboekte hotel was sfeervol en lag op tien minuten lopen van de de oude stad, in de Arabische wijk. De staff was erg aardig en behulpzaam.
's Avonds even de buurt verkend en mijn eerste Palestijnse broodje shoarma verorberd.
Dinsdag 5 april Jeruzalem en in de avond naar Beit Sahour
Na ’n uitgebreid ontbijtbuffet haalde mijn gids voor deze dag, Salim, me op en liepen we door de Herodespoort de oude stad binnen. Via de Klaagmuur bereikten we de Tempelberg waar gelukkig nog niet zo’n lange rij stond. Nadat we de Al Aqsamoskee en de Rotskoepelmoskee van buiten bewonderd hadden en wat hadden rondgelopen op het terrein, dronken we thee in de aangrenzende Souq al Qattanin (de markt van de katoenverkopers) en vervolgden onze weg naar de Heilig Grafkerk waar het een stuk drukker was. Ik had uiteraard wel ‘ns gehoord over de strijd tussen de zes christelijke denominaties die de kerk al lange tijd beheren, maar wist niet dat de sleutel van de kerk in handen was van een islamitische familie. Grappig!
Nadat we door de islamitische, christelijke en joodse wijk waren gelopen besloten we bij de Jaffapoort een wandeling over de stadsmuur te maken. Ook ’n mooie manier om Jeruzalem te zien. Daarna reed Salim me naar de Olijfberg vanwaar we een overzicht over de stad hadden en na een late lunch nam ik afscheid van deze goeie gids.
‘s Avonds bracht Elias me naar het op de Westbank gelegen Beit Sahour (vlakbij Bethlehem) waar ik de komende 6 nachten in een guesthouse zou verblijven, ’n eenvoudige accommodatie met schone kamers, aardig personeel en ’n goed ontbijt (maar dat zag ik natuurlijk pas de volgende ochtend). Na de incheck werd ik opgehaald door onze agent die mijn trip geregeld had en dineerde ik met hem en zijn collega in een gezellig en goed restaurant. Beide mannen zijn erg enthousiast en doen hun werk met veel passie.
Woensdag 6 april Bethlehem, Mar Saba, Beni Naim en Hebron
Mijn gids van de komende drie dagen reed voor, Muhannad. Een sympathieke man die ook nog ‘ns goed kon zingen. We bezochten eerst de Geboortekerk in Bethlehem. Het viel me mee want ik had het véél toeristischer verwacht. Er was een Rooms-Katholieke mis aan de gang in de geboortegrot dus die kon ik niet in, maar ik mocht wel even op het trapje bij de ingang zitten. Ook in deze kerk is er sprake van een strijd tussen de verschillende denominaties die de kerk beheren, ook al zijn het hier maar drie ..
Na dit bezoek volgde een bliksembezoekje aan het kantoor van onze reisagent. Leuk om de medewerkers daar te ontmoeten. We reden de woestijn van Judea in richting het klooster van Mar Saba. Wat ’n imposant gebouw! Dat moet helemaal zo zijn als je er al wandelend aankomt. Ook al is het verboden voor vrouwen om dit Grieks-orthodoxe klooster te betreden, het is zeker een bezoek waard!
Na een kort bezoekje aan het Herodion (het paleizencomplex van koning Herodes) reden we naar Beni Naim om er heerlijk te lunchen bij Umm Faris en haar familie. Het zijn leuke en open mensen bij wie je al snel op je gemak voelt. De schoondochter wilde graag haar Engels oefenen en we hadden een gezellig gesprek. Ze gaf me een zelfgemaakt kralenarmbandje dat de vlag van Palestina voorstelde en dat is de hele reis niet meer af geweest natuurlijk. Na het afscheid van deze lieve mensen gingen we naar Hebron waar ik al vele verhalen over gehoord had en ik was nieuwsgierig naar hoe het er in het echt aan toe zou gaan.
We parkeerden de auto en liepen naar de Ibrahimi moskee. Bij het checkpoint moest Muhannad alles wat hij in zijn broekzakken had laten zien. Het scheelde niet veel of hij moest alles uittrekken. Ik weet dat het nog vele malen erger kan, maar ik vond dit al mensonterend. Na een korte discussie mochten we door en bezochten we de moskee waar volgens overlevering het graf van Abraham en zijn familie zich bevindt. Vervolgens liepen we door de oude stad en haar souq waar we nagenoeg de enige bezoekers waren, en dat bleek geen uitzondering te zijn. Wat jammer, want het is zo’n mooie souq! Bizar zijn de netten boven de straten die de rotzooi moeten opvangen die door de erboven wonende kolonisten naar beneden wordt gegooid.
Aangezien Muhannad als Palestijn de aan de moskee aangrenzende synagoge (want het is voor moslims én joden een heilige plek) niet in mocht, ging ik alleen. Ik mocht echter pas naar binnen nadat mij door de Israëlische bewaking was opgedragen mijn Palestijnse armbandje af te doen. Oeps! In Hebron was het Palestijns-Israëlische conflict wel heel voelbaar. Weer terug in Beit Sahour werd er een eenvoudig en goed avondmaal voor me bereid en at ik in gezelschap van de 6 jaar oude kleindochter van de beheerster, een slim kind dat goed kon fantaseren.
Donderdag 7 april Nebi Musa en Jericho
Muhannad reed weer voor en we bezochten het heiligdom van Nebi Musa, een mooie, serene plek ergens in the middle of nowhere. Moslims geloven dat de profeet Mozes hier is begraven. Vervolgens reden we naar Jericho met haar laagbouw, veel groen en een fijne atmosfeer (voor zover ik dat kon zien natuurlijk) en Muhannad wees me de boom waar Zacheüs in geklommen was toen Jezus Jericho binnenkwam. Zacheüs .... O ja! Ik herinnerde me Zacheüs uit de tijd dat ik werd voorbereid op mijn eerste communie. We zongen er zelfs een liedje over, maar hoe ging dat ook alweer?
We deden het paleis van Hisham aan met het bijbehorende kleine museum. Het is aan te raden de bij de entrée vertoonde video te bekijken om een goed idee van de site te krijgen. Ik kan me voorstellen dat Hisham hier zijn winterpaleis liet bouwen! Per kabelbaan gingen we de Berg van de Verzoeking op. Het was druk en door de vele vrolijke lokale vrouwen en kinderen die hetzelfde plan hadden, kreeg ik ‘n echt vakantiegevoel. Eenmaal boven liep ik het laatste stukje naar het kleine kloostertje. Het leek gesloten te zijn, maar na ‘n minuut of 5 gewacht te hebben, ging de deur open en mocht ik naar binnen. ’n Bezoekje is echt de moeite waard en dat was de lunch in het restaurant op de berg ook. En wat ‘n fraai uitzicht!
Vanuit de kabelbaan zagen we ook de opgraving Tell al Sultan. Voor echte archeologiefans ‘n must! Langs de Wadi Qelt reden we terug en we stopten onderweg om het St. George klooster vanuit de verte te zien. Het zag er prachtig uit. Weer zo’n vredige plek en alweer ‘n reden om terug naar Palestina te gaan want een wandeling door deze wadi lijkt me wel wat!
Vrijdag 8 april Taybeh, Nablus en Ramallah
Muhannad had me al verteld dat we Nablus beter in de ochtend zouden kunnen bezoeken omdat er misschien demonstraties zouden zijn na het vrijdaggebed. Maar eerst bezochten we Taybeh en de gelijknamige bierbrouwerij. Taybeh is een leuk dorpje, gelegen in het groen en omgeven door gouden graanvelden. Ook een perfecte plek voor een wandeling. De volgende keer .... We kregen een korte rondleiding door de brouwerij en proefden wat van het bier dat prima smaakte, ook al was het pas 10 uur ’s ochtends. Qusai, Muhannads zoontje van 8 dat ons vandaag vergezelde, kreeg cola. Daarna bezochten we ook de plek waar de brouwersfamilie sinds kort wijn produceert. Terwijl we Nablus binnenreden via het checkpoint zagen we al dat het moeilijk, zo niet onmogelijk, zou zijn dezelfde weg terug te nemen. Vele auto’s die in tegengestelde richting reden werden namelijk teruggestuurd.
Nadat we de kerk bij de Put van Jacob hadden bezichtigd dronken we thee in een hotel vlakbij de oude stad en kon ik meteen zien waar onze toekomstige Palestina reizigers gedurende de reis konden verblijven in Nablus. Goedgekeurd! Na een wandeling door de medina waarbij Muhannad me vertelde over wat hier de afgelopen decennia gebeurd was en we vele afbeeldingen van martelaren zagen, was het tijd om dé lekkernij van deze stad te proeven: kunafa! Natuurlijk heb ik dit zoete kaasgerecht al meer dan eens gegeten in de andere Arabische landen die ik bezocht heb, maar nergens smaakte het zo romig en lekker als hier. Nog ‘n goede reden om terug te komen naar Nablus. Inderdaad moesten we een omweg maken om Nablus weer uit te komen en uiteindelijk bereikten we Ramallah waar we het graf van Yaser Arafat zouden bezoeken. Omdat er op de Muqata’a een begrafenisplechtigheid werd gehouden van een belangrijke officier, duurde het even voordat we het regeringsterrein op mochten. Daarna maakten we een wandelingetje in de buurt rond Al Manara Square dat ik herkende van de news items over Palestina op tv. Ramallah was niet een heel groot hoogtepunt voor mij maar het was leuk er even te zijn geweest.
Aan het einde van de dag nam ik afscheid van Muhannad en zijn zoon die zijn Engels vandaag een beetje had kunnen oefenen en dineerde ik ’s avonds met onze reisagent die graag wilde weten hoe ik mijn verblijf in Palestina tot nu toe had ervaren.
Zaterdag 9 april Rashaydeh
‘s Ochtends was er geen programma en nam ik het busje vanuit Beit Sahour naar Bethlehem om wat meer van deze stad te zien want ik had er tot nu toe alleen de Geboortekerk bezocht. Ik liep de trappen op naar de oude stad en het verbaasde me (wederom) dat het helemaal niet zo toeristisch was als ik van tevoren had gedacht. Bethlehem heeft een aangenaam en gezellig centrum.
In de middag pikte gids Maher me op om naar de woestijn te gaan. ’n Enthousiast en prettig persoon vol met verhalen en ideeën. Aangezien ik een beetje lui was die dag (en ik had die ochtend behoorlijk wat afgelopen in Bethlehem) gaf ik er de voorkeur aan niet te wandelen naar het punt van waar we over de Dode Zee konden kijken, maar er per terreinauto heen te gaan. Mohammed, de beheerder van het woestijnkamp dat we ook gingen bekijken, reed ons er naartoe. Wow, wat ’n mooi uitzicht over de Dode Zee! De dag werd afgesloten met de door Mohammed's vrouw bereide mansaf.
Zondag 10 april Wandeling van Aqraba naar Duma
In de vroege morgen werd ik opgehaald door een taxichauffeur die me naar het punt zou brengen waar ik me bij de andere wandelaars, die uit Jeruzalem kwamen, zou voegen. Het busje uit Jeruzalem was gevuld met zeven vrouwen die uit Zweden, Spanje, Australië en India kwamen. Allemaal woonden en werkten ze in Jeruzalem, Tel Aviv of Ramallah. Anwar was onze gids vandaag en we warden gevolgd door een kleine filmploeg die een promotiefilmpje over het Abrahampad maakte.
Onderweg vertelde Anwar ons over het landschap waar we doorheen liepen, de flora en de doelstellingen van het Abrahampad. Het was niet te heet die dag en we liepen door een mooi, heuvelachtig en groen gebied om zo nu te stoppen om sinaasappels te eten en thee te drinken. Het was geen zware wandeling maar op het eind werd het toch wat te warm en kwamen we met rode hoofden aan in het dorpje Duma. Daar wachtte een kleine kookworkshop waarbij we ‘sambousek’, gevulde deegflapjes, maakten met kaas en za’atar (wilde thijm).
Daarna aten we freekeh (‘n graansoort) met kip en salade en natuurlijk onze zelf gefabriceerde sambousek. Het busje dropte me opdezelfde plaats waar hij me ‘s ochtends had opgepikt en ‘n kwartiertje later pikte de taxichauffeur me weer op om me naar Beit Sahour te brengen. ‘s Avonds had ik mijn laatste diner met onze reisagenten en nam ik afscheid van deze twee aardige, gastvrije kerels.
Maandag 11 april Terug naar Jeruzalem en met de bus naar Nazareth
Ik verliet mijn ‘thuis’ van de afgelopen 6 dagen in Beit Sahour en Elias bracht me terug naar Jeruzalem en zette me af bij het centrale busstation. Hier nam ik de bus naar Afula waar ik overstapte op de bus naar Nazareth. De bus naar Nazareth werd bestuurd door een joodse chauffeur en hij had veel plezier samen met twee Arabische college-chauffeurs die ook meereden. Het was fijn te zien dat er ook joden en Palestijnen zijn die het leuk hebben met elkaar. Een van de Arabische chauffeurs stapte gelijk met mij uit de bus en wees me de weg naar het hotel dat voor mij was gereserveerd. Daar aangekomen werd ik hartelijk verwelkomd. Weer was het een hotel op een goede locatie, vlakbij het oude centrum.
Nadat ik me geïnstalleerd had dook ik de stad in en bezocht de Basiliek van de Annunciatie, de nabijgelegen Kerk van Sint Jozef, de mooie islamitische begraafplaats en de medina. ‘s Avonds mocht ik mee-eten van het hotelbuffet en zat ik tussen Polen die Israël bezochten onder leiding van hun pastoors.
Dinsdag 12 april Naar Jeruzalem via the Jordaanvallei
Het regende in de ochtend en ik wandelde nog maar eens terug naar de medina aangezien de winkels daar de dag ervoor gesloten waren. Nu was het er een stuk levendiger. De manager van het hotel was zo aardig me met zijn auto naar de bushalte te brengen. Omdat ik niet dezelfde weg terug wilde nemen nam ik in Afula de bus naar Beth Shean. Van daaruit reed er een bus door de Jordaanvallei. Het was een rustige busrit met maar een handjevol passagiers.
In Jeruzalem nam ik de overvolle lightrail naar Damascus Gate en van daar liep ik naar het hotel waar ik aan het begin van de reis ook geslapen had. Ik besloot er een pizza te eten mét een overheerlijk Taybeh biertje.
Woensdag 13 april Jeruzalem
Er is ontzettend veel te zien in Jeruzalem dus ik stond al vroeg naast mijn bed. Na een bezoek aan de ‘Garden Tomb’ - er zijn mensen die ervan overtuigd zijn dat Jezus hier werd begraven en niet op de plek waar nu de Heilig Grafkerk staat – liep ik naar het Rockefeller Museum om er de enorme archeologische collectie te bekijken.
Vervolgens nam ik de lightrail naar de Mahane Yehuda Market en dwaalde er wat rond terwijl ik hier en daar lekkere dingen kocht. Handig, die lightrail, want die bracht me ook naar het Yad Vashem Museum dat zeer indrukwekkend was. Er werden veel jonge Israëlische soldaten in opleiding rondgeleid en het was nogal vreemd hen de vreselijke dingen te zien bekijken die de nazi’s de joden (en andere mensen) hadden aangedaan 75 jaar geleden, terwijl ze zelf verondersteld werden een ander volk te onderdrukken ...
Mijn laatste doel van vandaag was Mea She'arim, de orthodoxe joodse buurt. Het leek alsof ik in een Oost-Europese stad als Kraków of Vilnius was beland in the 19e eeuw. Ik voelde me er helemaal niet op mijn gemak. Er waren veel mensen op straat, maar niemand lachte. Het was zeker een bezoekje waard maar ik was blij weer in ‘mijn eigen buurtje’ terug te zijn aan het einde van de dag.
Donderdag 14 april Jeruzalem
Mijn laatste dag in ‘Al Quds’ (de Arabische naam voor Jeruzalem) en ik dook in mijn eentje de oude stad in voor een tweede bezoek aan de Tempelberg. Bij de Klaagmuur bleef ik ‘n tijdje staan kijken naar de vele joodse jongetjes die er hun Bar Mitswa deden. Er heerste een ontspannen en gemoedelijke sfeer, alhoewel ik dat niet vermoedde toen ik het terrein via het checkpoint opkwam. De rij voor de Tempelberg was langer vandaag maar we werden geentertained door de joodse families die met hun zonen al dansend en zingend voorbijkwamen, op weg naar de Bar Mitswa plechtigheden.
Het is ten strengste verboden grond mee te nemen van de Tempelberg, maar ik heb stiekem toch ’n klein beetje meegesmokkeld in een zakje. Dit op verzoek van een Syrische vluchteling van Palestijnse origine die ik ken in Nederland. Daarna was de christelijke wijk aan de beurt en vervolgens lunchte ik op Hurva Square in de joodse wijk. Ook hier passeerden de nodige feestvierende joden. Via de Armeense wijk liep ik naar de Citadel/Tower of David en ik besloot er naar binnen te gaan. Prachtig uitzicht vanaf de top! Hierna liep ik nog verder en verder en bleef steeds weer nieuwe dingen zien. Ik had nog uren rond kunnen lopen in deze overweldigende stad, maar de zon ging onder en aan alle goede dingen komt een eind.
Vrijdag 15 april Terug naar Amsterdam
Allhoewel ik verwacht had dat ik op het vliegveld weer de nodige vragen zou moeten beantwoorden en ik daardoor extra vroeg vanuit Jeruzalem vertrokken was, verliep een en ander zonder problemen. Natuurlijk moest ik wel bevestigen dat ik mijn tas zelf had ingepakt en dat er geen bom in zat. In het vliegtuig zat ik naast een Israëli die met zijn zoontje van 12 voor een korte vakantie naar Amsterdam ging. Hij vroeg me welke plaatsen ik had bezocht en vertelde mij dat hij met zijn gezin naar Australië was geëmigreerd omdat hij en zijn vrouw de voortdurende spanning in Israël beu was. Maar na zeven jaren waren ze toch weer teruggekeerd. Hij vertelde me dat niemand elkaar vertrouwt en dat het totaal niet relaxed is om in Israël te wonen, maar ja, die heimwee hè ... Weer thuis duurde het een tijdje voordat ik helemaal ‘geland’ was. Palestina had veel indruk op me gemaakt. Het landschap, de natuur, de cultuur, de gastvrijheid, de mensen (hoe ze met ‘de situatie’ omgaan), de mix van religies, en natuurlijk het effect van de Israëlische bezetting; de nederzettingen die dichter en dichter bij de Palestijnse steden en dorpen komen, de muur, de zones A, B en C, de checkpoints, de Israëlische legerbases, de omleidingen, het feit dat Palestijnen niet zomaar kunnen gaan en staan waar ze willen, etc. Iedereen zou ‘ns ’n bezoekje aan Palestina moeten brengen om dit alles (en meer) met eigen ogen te zien. Waar bij de meeste aangeboden reizen naar dit gebied gefocust wordt op het bezoeken van de religieuze plaatsen, zullen wij ons bij onze trips meer richten op de natuur en de sociaal-culturele aspecten en onze reizigers in contact brengen met de lokale bevolking van Palestina.
©Esther van Raaij
Comments